Elf stromingen in de beeldende kunst, allemaal zo'n 35 woorden.
Voor het inspiratieboekje Lentekriebels van Simonis&Buunk, 2016
Romantiek
Romantiek idealiseert, verhevigt. Ongerepte natuur,
boeren, vissers, herders, zeilende platbodems, dorpen,
steden, dieren, stillevens. Alles glanst, is mooi, idyllisch,
groots, mysterieus. Romantiek is gevoel, verbeelding,
warmte, fantasie, theater. Nauwkeurig geschilderd, met
grote aandacht voor details.

Haagse School
De schilders van de Haagse School liggen dwars,
wenden zich af van de Romantiek. Ze trekken naar zee
en naar drassige polders met sloten. Doek en
ezel gaan mee. Andere sfeer, ander licht. Haags licht.

Impressionisme
Het Impressionisme heet niet voor niets zo. Het geeft
kortstondige indrukken weer. Snel geschilderd, in
krachtige streken. Actie, beweging, de wisseling der
seizoenen, de bruisende stad. Dansvloeren, stoute
handen en de zelfkant incluis. Heftig soms.

Neo-impressionisme en pontillisme
Seurat en Signac beginnen ermee. Stippelen met verf.
Vroege pixels, vroege dots. Eerst klein en nauwkeurig.
Later vrij en uitbundig. Kleuren gaan klateren, zonnen
gaan zinderen. Volgers volgen. Na enige aarzeling ook
hier, in Holland.

Belle Epoque
Hoogtijtijden. Parijs geeft de toon aan. Eiffeltoren, parken, boulevards, haute couture. Durf, elegantie, levenslust.
Joie de vivre! Schilders zijn verslaggevers. Energiek, kleurrijk, verhalend, eigen toets. Ook eigen verbeelding mag.
Droombeelden, mythen, sagen, literatuur en sprookjes.

Klassiek modernen
Avant-gardisten zijn het. Individualisten ook, in een
bereidwillig klimaat. Parijs, Amsterdam, rond de start van
de twintigste eeuw. Stijlen, scholen, stromingen wentelen
om elkaar heen, overlappen elkaar. Op weg naar het
expressionisme, in luministisch licht.

Expressionisme
Over en uit. Vanaf nu zijn schilders geen verslaggevers
meer. Ze stellen hun eigen gevoelens centraal. De emoties
die mens en natuur bij henzelf oproepen. Die worden
onconventioneel verbeeld. Spontaan, rechtstreeks, kleurrijk,
fel contrasterend, expressief.

Groninger Ploeg
Gezapigheid troef. Groningen, 1918. Dan richten kunstenaars
De Ploeg op. Om de kunst 'te ontginnen'. Opeens wint
kleur van grauwe middelmaat. Ongehoorzaam en vrijmoedig
zijn ze, Jan Wiegers voorop. Vlammend, driftig, puur,
uitbundig. Noordelijk expressionisme.

Naoorlogse abstracten en CoBrA
WO2 is voorbij, we zijn vrij. Veel Nederlanders verlangen
naar vroeger tijden. Zoniet een aantal jonge, experimentele
kunstenaars. Wars van toen en van regeltjes. In Parijs richten
ze CoBrA op. Hier tonen ze hun oerkracht.

Naoorlogse figuratieven en Nieuwe Haagse School
Stromingen. Ze zijn er, ze blijven er. Naast CoBrA en
abstractie ook traditionele beeldhouwers, magisch realisten
en figuratieve aquarellisten. Onder meer. Opmerkelijk:
de herleving van de Haagse School. Middelpunt is Pulchri,
galerie en welkom café.

Realisme
Ze houden maar van 1 ding: waarneembare werkelijkheid.
Die geven ze onverbloemd weer. Rond is rond, rood is rood,
licht valt zoals het valt. Niet voor niets worden ze realisten genoemd. Dat zijn ze ook.

Reactie:
'[...]De tekstbijdragen met een poëtische typering van de stijlen (naar ik uit de colofon begrijp van Paul Mertz) zijn werkelijk een genoegen
om te lezen [...]
Hans Bette Veenendaal
|